De samenstelling van de extracellulaire matrix van alle gewervelde dieren wordt gedomineerd door een klasse van moleculen, collagenen genaamd, elk met een unieke eigenschap passend bij zijn functie en locatie. Het is bekend dat collagenen meerdere functies hebben. Ze zijn betrokken bij weefseldifferentiatie, morfogenese en herstel; spelen een rol bij de instandhouding van de weefselarchitectuur; en vormen de filtratiebarrière van bloedvaten.

Collageen type IV is een primaire component in de basale lamina die wordt gebruikt als marker om de aanwezigheid van de lamina waar te nemen en de structuur ervan te onderzoeken. Naast het epitheliale basale lamina kleurt Anti-Collageen Type IV mesenchymale componenten. Het is nuttig voor het identificeren van kankers van weke delen, waaronder schwannomen en leiomyomen. Anti-Collageen Type IV reageert vaak met deze weefsels nadat ze goed gedifferentieerd en kwaadaardig zijn geworden. Het gebruik van Anti-Collageen Type IV levert meer betrouwbare resultaten op dan niet-specifieke zilverreticulumkleuren bij het onderzoek van de vasculaire elementen van neoplasmen, hemangiopericytomen, angiosarcomen en epithelioïde hemangioendotheliomen.