Speciale vlekken voor pigmenten en mineralen

 
Er zijn verschillende soorten pigmenten in weefselsecties:
  • Artefactpigmenten: die meestal het gevolg zijn van de weefselhechtingsstap, zoals bijvoorbeeld formaline-, kwik-, chroom- of picraatpigmenten. Deze pigmenten bevinden zich dus op het oppervlak van de weefsels en niet in de cellen.
  • Exogene pigmenten: pigmenten of mineralen die hun oorsprong vinden buiten het weefsel, maar die geen verband houden met de bereiding ervan.
  • Endogene pigmenten: pigmenten die in het lichaam worden gevormd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hematogene pigmenten zoals gal en niet-hematogene pigmenten zoals melanine, lipofuschine, enz.
Mineralen zijn metaal- of niet-metaalionen die nodig zijn voor celgroei en andere biologische functies. Dit zijn bijvoorbeeld calcium, ijzer, koper, fosfaten en carbonaten.
Er zijn verschillende speciale kleurstoffen in de histologie om pigmenten en minerale afzettingen in de weefsels zichtbaar te maken.