Nestine is een tussenliggend filamenteiwit van type IV dat tot expressie komt in delende cellen tijdens de vroege stadia van de ontwikkeling van het Centraal Zenuwstelsel (CZS) en het Perifeer Zenuwstelsel (PZS), alsook van myogene en andere weefseltypes. Nestine vergemakkelijkt processen van cellulaire herschikking zoals migratie en mitose, die kenmerkend zijn voor ongedifferentieerde cellen. Nestine werd voor het eerst geïdentificeerd in het zenuwstelsel, aanwezig in mitotisch actieve centrale en perifere progenitorcellen die zich tijdens de vroege neurogenese ontwikkelen tot neuronen en glia. Studies hebben aangetoond dat Nestine tot expressie komt in prolifererende endotheelcellen en dus kan dienen als een belangrijke marker voor angiogenese. Overexpressie van nestine is klinisch in verband gebracht met menselijke gliomen, evenals met tumoren van het CZS zoals astrocytomen, ependymomen, oligodendrogliomen, glioblastomen en primitieve neuroectodermale tumoren. Nestine-expressie is ook aangegeven bij prostaatadenocarcinoom, pancreas ductaal carcinoom, schildkliercarcinoom en mesenchymale tumoren zoals gastro-intestinale stromale tumor en dermatofibrosarcoma protuberans. In rapporten is gesuggereerd dat nestine aanzienlijk overgeëxpresseerd is bij melanoom, en verband houdt met meer gevorderde stadia van de ziekte.