Prostaatkanker

Prostaatkanker

Identificatie van markergenen van prostaatkanker voor FISH en CISH

Prostaatkanker, ook bekend als carcinoom van de prostaat, is de ontwikkeling van kanker in de prostaat, een klier in het mannelijke voortplantingssysteem. De meeste prostaatkankers groeien langzaam, maar sommige groeien relatief snel. De kankercellen kunnen vanuit de prostaat uitzaaien naar andere delen van het lichaam, met name de botten en lymfeklieren. In het begin kan het geen symptomen veroorzaken. In latere stadia kan het leiden tot problemen met plassen, bloed in de urine of pijn in het bekken, de rug of bij het plassen. Een ziekte die bekend staat als goedaardige prostaathyperplasie kan soortgelijke symptomen geven. Andere late symptomen zijn vermoeidheid door een laag gehalte aan rode bloedcellen.
 
Factoren die het risico op prostaatkanker verhogen zijn: oudere leeftijd, familiegeschiedenis van de ziekte en ras. Ongeveer 99% van de gevallen komt voor bij mensen boven de 50 jaar. Het hebben van een eerstegraads familielid met de ziekte verhoogt het risico twee tot drie keer. In de Verenigde Staten komt de ziekte vaker voor bij Afro-Amerikanen dan bij blanken. Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn een dieet met veel bewerkt vlees, rood vlees of melkproducten of weinig bepaalde groenten.[2] Er is een verband met gonorroe gevonden, maar een reden voor dit verband is niet geïdentificeerd.[6] Prostaatkanker wordt vastgesteld door middel van een biopsie. Medische beeldvorming kan dan worden gedaan om te bepalen of de kanker is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam.
 
Prostaatkankerscreening is controversieel. Het testen op prostaat-specifiek antigeen (PSA) verhoogt de opsporing van kanker, maar verlaagt het sterftecijfer niet. De United States Preventive Services Task Force raadt screening met de PSA-test af vanwege het risico op overdiagnose en overbehandeling, omdat de meeste gediagnosticeerde kanker asymptomatisch zou blijven. De USPSTF concludeert dat de potentiële voordelen van testen niet opwegen tegen de verwachte nadelen. Hoewel 5α-reductaseremmers het risico op laaggradige kanker lijken te verlagen, hebben ze geen invloed op het risico op hooggradige kanker en worden ze daarom niet aanbevolen voor preventie. Suppletie met vitaminen of mineralen lijkt het risico niet te beïnvloeden.
 
 
  FISH
CISH
ERG
PTEN